Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie M
- Moedermoord
- Moedermoorder
- Moedernaakt
- Moederoog
- Moederoverste
- Moederpijn
- Moederpil
- Moederplant
- Moederplicht
- Moederprik
- Moederrecht
- Moedersbroeder
- Moederschap
- Moederschapszorg
- Moederschip
- Moederschoot
- Moedersgek
- Moedersgoed
- Moederskant
- Moederskind
- Moederskindje
- Moedersmoeder
- Moedersnede
- Moederspiegel
- Moedersspraak
- Moedersspuit
- Moedersstad
- Moedersstam
- Moedersvader
- Moederszijde
- Moederszoontje
- Moederszuster
- Moedertaal
- Moedertasjes
- Moedertje
- Moedertje-van-duizenden
- Moedertrouw
- Moedervis
- Moedervlek
- Moedervorm
- Moedervos
- Moedervreugde
- Moederweelde
- Moederwol
- Moederzegen
- Moederziel
- Moederzielalleen
- Moederzog
- Moederzorg
- Moederzuursel
- Moedig
- Moedwil
- Moedwillig
- Moedwilligheid
- Moef
- Moefen
- Moefer
- Moeflon
- Moefti
- Moeheid
- Moei
- Moeial
- Moeien
- Moeilijk
- Moeilijkheid
- Moeite
- Moeitevol
- Moeizaam
- Moejik
- Moeke
- Moekim
- Moel
- Moelie
- Moelje
- Moelrui
- Moelvechten
- Moer
- Moeraal
- Moerae
- Moeras
- Moerasachtig
- Moerasaloë
- Moerasandoorn
- Moerasbever
- Moerasbies
- Moerasbodem
- Moerascypres
- Moerasdamp
- Moeraserts
- Moerasgas
- Moerasgrond
- Moerashoenders
- Moerashoorn
- Moerashorenslak
- Moerasijzer
- Moeraskers
- Moeraskikker
- Moeraskikvors
- Moeraskoorts
- Moerasland
