Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie H
- Hoving
- How poor are they that have not patience ! what wound did ever heal, but by degrees ?
- How sharper than a serpent’s tooth it is to have a thankless child !
- How sweet, how passing sweet is solitude ! but grant me still a friend in my retreat, whom i may whisper : solitude is sweet
- Hozeband
- Hozebek
- Hozen
- Hozing
- Hqerejong
- Hr
- Hs
- Hss
- Hu
- Hubertus
- Hubertusbrood
- Hubertusdag
- Hubertusklauw
- Hubertussleutel
- Hucht
- Hufter
- Hugen
- Hugenoot
- Hui, uitroep
- Hui, wei
- Huiachtig
- Huib
- Huiben
- Huiboter
- Huic decet statuam statui ex auro
- Huichelaar
- Huichelachtig
- Huichelarij
- Huichelen
- Huid
- Huidaandoening
- Huidademhaling
- Huidarts
- Huidbeenderen
- Huidcrème
- Huidemarkt
- Huidenkoper
- Huidevetten
- Huidevetter
- Huidevetterij
- Huidgang
- Huidig
- Huidje
- Huidkanker
- Huidkleur
- Huidklier
- Huidkoper
- Huidlijst
- Huidmondje
- Huidontsteking
- Huidpantser
- Huidpest
- Huidplaat
- Huidplank
- Huidplooi
- Huidschilfer
- Huidsmeer
- Huidspecialist
- Huidspier
- Huidspijker
- Huidtepeltje
- Huiduitslag
- Huiduitwaseming
- Huidvat
- Huidverf
- Huidverzorging
- Huidvetten
- Huidvlek
- Huidwaterzucht
- Huidwoekering
- Huidworm
- Huidzenuw
- Huidziekte
- Huif
- Huifje
- Huifkar
- Huifwagen
- Huig
- Huig-r
- Huigje
- Huik
- Huik, hurk
- Huikelen
- Huikeling
- Huiken
- Huiker
- Huikkind
- Huilbui
- Huilebalk
- Huilebalken
- Huilen
- Huiler
- Huilerig
- Huilmes
- Huilmuil
- Huilpartij
