Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Engeltje

betekenis & definitie

o. (-s),

1. kleine engel, inz. als afbeelding, t.w. als een aanvallig jong kind voorgesteld; — oneig. een lief, aanvallig kind; — een engeltje in de hemel, een gestorven kindje; — engeltjes maken, zie Engeltjesmaakster.

2. (gew.) onze-lieveheersbeestje.

< >