Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Doorlezen

betekenis & definitie

I. (las door, heeft doorgelezen),

1. voortgaan met lezen;
2. ten einde toe lezen, een brief doorlezen; ik heb dat boek slechts vluchtig doorgelezen;

II. (doorlas', heeft doorle'zen),

1. lezend doorgaan, geheel lezen: hij doorlas oude kronieken;
2. lezende doorbrengen: ik zal mijn avond maar doorlezen.

< >