Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Doorijlen

betekenis & definitie

I. (ijlde door, heeft en is doorgeijld),

1. voortgaan met ijlen: hij bleef de ganse nacht doorijlen (van de koorts);
2. verder ijlen (snel lopen);

II. (doorijlde, heeft doorijld), ijlend doorlopen: de gevleugelde bode doorijlt het luchtruim.

< >