Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Doopsel

betekenis & definitie

o., het gewone R.-K. woord voor doop (als sacrament): het Doopsel hebben ontvangen; het doopsel des bloeds, (R.-K.) opneming in Christus’ gemeenschap door de marteldood ; — het doopsel der begeerte, opneming in die gemeenschap door een innig verlangen daarnaar.

< >