bn. bw. (-er, -st),
1. diep doordringend in het wezen der dingen, diep denkend: diepzinnige wijsgeren ; — peinzend : een diepzinnige blik ; — (scherts.) een diepzinnig gezicht zetten, alsof men diep over iets moet denken;
2. waarvan de zin diep ligt, waarin een diepe zin ligt, afgetrokken : een diepzinnig vertoog; bw. : diepzinnig redeneren.