(<Lat.), m. (-en),
1. raadgever, inz. in gerechtelijke aangelegenheden: een rechtsgeleerde, advocaat.
2. (Herv. Kerk) predikant die een vacante gemeente tot raadsman dient.
3. landbouw-, zuivel-, nijverheidsconsulent, door de staat aangesteld deskundige die de landbouwers enz. voorlicht.