Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Constitueren

betekenis & definitie

(constitueerde, heeft geconstitueerd), (<Fr.-Lat.), vaststellen, verordenen; — zich constitueren, zich vormen, zich voor wettig en voltallig verklaren (van een vergadering, commissie, bestuur); (rechtst.) zich voor een gedaagde procureur stellen; — de constituerende delen, bestanddelen; — constituerende vergadering, vergadering van gekozen volksvertegenwoordigers, die de opdracht hebben een nieuwe staatsregeling vast te stellen.

< >