Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Cassiodorus

betekenis & definitie

MAG'NUS AUPE'LIUS — (± 490— 583), kanselier van Theoderik de Grote en zijn opvolgers, sedert 540 in een klooster ; geleerde schrijver van theologische en grammatische geschriften. Op zijn aanwijzing legden de monniken zich toe op het kopiëren van antieke boeken.

< >