Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Brouwsel

betekenis & definitie

o. (-s), hetgeen gebrouwen is, bier; — hoeveelheid bier in eens gebrouwen; — minachtend gebezigd voor een toebereide drank: wat is me dat voor een brouwsel! ook wel van een geestesgewrocht; — alle baksels en brouwsels zijn niet gelijk, alle arbeid valt niet even volmaakt uit.

< >