Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Broodboom

betekenis & definitie

m. (...bomen), boom (Artocarpus incisa) wassende in Indië en op de Zuidzee-eilanden met vruchten, ter zwaarte van 2 kg, die, gebakken, do smaak hebben van tarwebrood; — de Indische broodboom (A. integrifolia) heef vruchten die tot 15 kg zwaar worden; aan de zaadloze variëteiten geeft men de voorkeur.

< >