bn., moerassig: broekige heide. BROEKING, v. (-s), 1. sterk, zwaar touw waarin men een kanon dat door het schot achteruitloopt, vangt, of waarmee een van stapel lopend schip tegengehouden •wordt; — 2. (zeew.) omplooiing, bekleding van scheepsdelen om het indringen van lekwater te beletten : gladde, loze, waarloze, stijve broeking; — boordsel van een vlag ; —BOUT, m. (-en); —GAT, o. (-en) ; —KALF, o. (...kalven), stelkalf van een wangaffuit van een kanon; —RING, m. (-en) ; —ZIJDE, v., (van een vlag).
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk