Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Bouwkunst

betekenis & definitie

v.,

1. hoofdtak der kunst, tot voorwerp hebbend het ontwerpen en optrekken van bouwwerken, architectuur: de bouwkunst der Grieken; de gewrochten der bouwkunst;
2. practische bekwaamheid tot het optrekken van bouwwerken: de bouwkunst der dieren.

< >