Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Bomvrij

betekenis & definitie

bn., tegen worpvuur of tegen vliegtuigbommen bestand (b.v. door een Mindering van metselwerk en zand): bomvrije kazematten; een bomvrije schuilkelder; — (bij uitbr., scherts., stud.) veilig: een bomvrije kamer, waarop je een meisje mee kunt nemen.

< >