Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Bolworm

betekenis & definitie

m. (-en), larve van een ingewandsworm (Taenia coenurus cerebralis), die zich in de hersenen der schapen ontwikkelt en bij deze de draaiziekte veroorzaakt: schapen lijden en sterven vooral aan de bol-worm; — (fig.) de bolworm steekt hem weer, hij heeft weer een van zijn grillen, of buien; de bolworm hebben, slecht gehumeurd zijn.

< >