v. (-s), (zeew.) lijn, dienende om het loeflijk der vierkante zeilen meer aan de wind te halen, als men bij de wind zeilt: elk razeil heeft aan weerszijden een boelijn; — bij de boelijn ophalen, scherp bij de wind zeilen; (fig.) met veel moeite iets gedaan krijgen; — het is daar (met hem) boelijn over de nok, over de ree (ra), van zaken die met overhaasting en dus ongeregeld geschieden ; ook de boelijn is over de nok, de boel is in de war.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk