Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Blikken (gemaakt van blik)

betekenis & definitie

bn., van blik gemaakt: blikken doosjes; een blikken Jezus, spotnaam voor een lang, mager mens; — een blikken dominee, spotnaam voor iemand die als predikant optreedt, zonder het te zijn; oefenaar; ook wel voor straattypes; — een blikken, (scherts.) een officier van administratie; — een blikken keteltje, inconsequent, opvliegend mens, gauw heet en gauw koud; (gew.) een blikken pannetje, een zwak mens; — hij heeft de blikken muts op, is slecht gehumeurd; — de blikken bruiloft, wanneer men 6 jaar (en 3 mnd.) getrouwd is.

< >