m. (-s),
1. aanhangwagen achter het motorrijtuig, inz. bij een electrische tram; — (oneig.) in de bijwagen zitten, aan een tweede tafel (bij een maaltijd) ; — (üg.) de moderne vakbeweging is de bijwagen der sociaal-democraten; — (scherts.) bijvoegsel op een maand- of weekblad ;
2. minacht, voor: een persoon die voor noodhulp gebruikt wordt.