(haalde bij, heeft bijgehaald),
1. naderbij halen, als het ware van nabij doen zien: die verrekijker haalt goed bij ;
2. aanhalen (van een cijfer bij delingen);
3. (een scheur of gat in kleding) voorlopig dichtnaaien ;
4. (zeew.) de zeilen bijzetten;
5. een -weinig bijverven, bijtekenen : die kale plekken moet je wat bijhalen ; die twee lijnen moeten nog bijgehaald worden ;
6. (gew.) inhalen.