1. zeilen over: de zee bezeilen ;
2. door zeilen bereiken: we kunnen het gat van Texel voor de avond niet meer bezeilen ; — (spr.) er is geen haven (geen land) met hem te bezeilen, hij is geheel onhandelbaar, er is niets met hem te beginnen;
(spr.) men kan niet altijd zijn koers bezeilen, het loopt wel eens tegen;
3. (Zuidn.) beheren, besturen.
Gepubliceerd op 01-01-2021
Bezeilen
betekenis & definitie