1. van volk, bewoners, inwoners voorzien; — een school bevolken, leerlingen naar die school zenden; — (een stal, tuin) van dieren voorzien; —
2. als bewoner leven op : de Kirgiezcn die de steppen bevolken ; dat gebied wordt door allerlei wilde dieren bevolkt; — fig.: de gestalten die zijn droom bevolkten.
Gepubliceerd op 01-01-2021
Bevolken
betekenis & definitie