Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Bestraffen

betekenis & definitie

(bestrafte, heeft bestraft),

1. iem. bestraffen, straf doen ondergaan, hem straffen; — oneig. beknorren, berispen, doorhalen: bestraffen voor, wegens;
2. het kwaad; de ondeugd bestraffen, de bedrijvers, de schuldigen, daarvoor straffen.

< >