v. (-en),
1. het bestellen, thuis bezorgen, inz. van de post: wij hebben hier zes bestellingen, de post bestelt zesmaal daags de brieven;
2. opdracht tot levering en bezorging, lastgeving: een bestelling doen, resp. uitvoeren; — order : een mooie, grote bestelling;
3. bestuur, leiding : wonderbare bestelling van Gods Voorzienigheid.