1. door steken bevestigen op of in: een kussen met spelden besteken;. runderribben met kruidnagelen besteken; — in ruimere zin: met iets bedekken, versieren, inz. met bloemen en groen.
2. (Zuidn.) iem. op zijn verjaardag of naamdag een geschenk aanbieden; ’t is vandaag uw avond, morgen uw dag, dat ik u besteken mag, vaste formule, waarmede de geschenken worden aangeboden.
3. (boekb.) het besteeksel aanbrengen.
4. (gew.) ontwerpen, regelen, beramen: durft gij dat besteken? wagen;
Gepubliceerd op 01-01-2021
Besteken
betekenis & definitie