Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Benard

betekenis & definitie

bn. bw. (-er, -st), in het nauw gebracht, benauwd; hij is, zit benard, is om geld verlegen; in benarde omstandigheden verkeren, om hulp verlegen zijn, in een gevaarlijke positie verkeren; in ’t bijz. in geldverlegenheid zitten; — benarde tijden, woelige, moeilijke.

< >