1. van een grens of grenzen voorzien: meest in het passief: door de zee begrensd, af- of ingesloten door; (wisk.) een vlak wordt begrensd door lijnen; — de duinen begrenzen daar het vergezicht, vormen er de grens van; — iemands macht begrenzen, beperken;
2. fig.: een voorstel scherp begrenzen, juist omlijnen, nauwkeurig onder woorden brengen.
Gepubliceerd op 01-01-2021
Begrenzen
betekenis & definitie