I. (begoot, heeft begoten), een vloeistof gieten op; besproeien: een straat, een tuin, bloemen begieten; — wasgoed begieten, besprenkelen wanneer het op de bleek ligt; — (scherts.) een werk begieten, drinken op de goede afloop er van.
II. bn., (Barg.) angstig, bangelijk.