(alleen in de 3de pers., het baatte, heeft gebaat),
1. baat geven, voordeel aanbrengen, helpen ; uw pogingen baten niet ; het zal u volstrekt niet baten ; of gij hoog of laag springt het baat u niet ;
2. bevorderen, dienstig zijn voor : de zaak zal door zijn optreden (die maatregel) niet gebaat worden.