Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Ballon

betekenis & definitie

m. (-s),

1. grote met gas gevulde en dan bolvormige zak, luchtballon : de ballon vullen, oplaten ; de ballon stijgt op ; — ballon captif, kabelballon; — ballon d'essai, proefballon;
2. (scheik. en nat.) bolvormig vat (met kraan) ; — (hand.) grote glazen fles met korte hals voor het verzenden van zuren ;
3. bolvormige licht doorlatende kap om lampen, gaspitten enz. geplaatst om de scherpte van het licht te temperen ;
4. bol van electrische lampen;
5. lampion;
6. ballonfok.

< >