(<Fr.), v. (-s, ...tien),
1. plechtig of officieel gehoor dat iemand door een hooggeplaatst persoon wordt verleend: de vorst verleende hem een 'particuliere audiëntie; hij de minister op audiëntie gaan; —
de minister houdt ’s Woensdags audiëntie, ontvangt degenen die hem officieel wensen te spreken;
2. terechtzitting: de audiëntie van de rechtbank.