bn. en bw.,
1. van, bestaande uit aristocraten : een aristocratische regering ; — de aristocratische partij, de aristocraten;
2. geneigd tot de denkwijze der aristocraten : hij was eer burgerlijk dan aristocratisch ;
3. zodanig als met de persoon van een aristocraat overeenkomt : aristocratische vormen, gebruiken enz. ; — hij heeft iets aristocratisch.