Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Apologeet

betekenis & definitie

(<Gr.), m. (...geten), (theol.) verdediger van de leer en moraal van ’t Christendom, inz. zij die in de 2e en 3e eeuw het Christendom tegen de Heidenen hebben verdedigd; — bij uitbr.: verdediger van een stelsel of een reputatie in het alg.

< >