(<Lat.), v. (-en),
1. (muz.) tweede zangstem, lage vrouwenstem, ongeveer van klein e tot tweegestreept f; een lage alt, een hoge alt, een krachtige alt; — alt zingen, een altstem hebben ;
2. vrouw die alt zingt of een altstem heeft;
3. altviool;
4. persoon die de altviool bespeelt: de alt was uit de maat;
5. altpartij; wat de alt zingt of speelt.