v.,
1. de hoogste graad van lelijkheid: een zwijn, welks lelijkheid en afzichtelijkheid door dit versiersel slechts te meer in het oog valt;
2. (.. .heden), zaak, toestand of voorstelling die het gezicht, het schoonheidsgevoel of de zedelijke zin alleronaangenaamst aandoet: een schrijver die er behagen in schept allerlei afzichtelijkheden (afzichtelijke tonelen) te schilderen.