Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Afwezen

betekenis & definitie

o., g. mv.,

1. het verwijderd zijn van de plaats waar anderen zich bevinden, of waar een handeling voorvalt; — in iemands afwezen, gedurende de tijd dat hij zich elders bevindt (of bevond); of wel, in die omstandigheid dat hij niet aanwezig is (of was) (in deze laatste bet. ook bij iemands afwezen); gedurende —, ten tijde van —, sedert iemands afwezen ; — na een lang afwezen, na een afwezen van (een zekere tijd);
2. (w. g.) het niet voorhanden of aanwezig zijn van iets of van iemand: in het afwezen van alle getuigen; er lag iets in hun nieuwe omgeving, dat kalmte ademde en afwezen van alle oorzaken die.... [Een ww. afwezen bestaat niet: men schrijve dus in twee woorden : wanneer zal ik van die last af wezen? wanneer kan het werk af wezen? daar wil ik af wezen, dat kan ik niet met zekerheid zeggen.]

< >