(wette af, heeft afgewet),
1. door wetten wegnemen : de schaarden van een mes afwetten ; — door wetten van oneffenheden of vreemdsoortige bestanddelen ontdoen: schaardige of roestige messen, bijlen, sabels enz. afwetten;
2. het wetten voltooien, alles afdoen wat er te scherpen valt.