o. (-s),
1. het afgestokene, een afgestoken gedeelte; meest gezegd van veenaarde die met de spade van de ondergrond afgegraven is; — de oesters worden per pan, per afsteeksel verkocht, de van de pan losgemaakte laag kalk met het daarop zich bevindende oesterzaad;
2. (Zuidn.) afsteek.