Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Afspaden

betekenis & definitie

(spaadde af, heeft afgespaad) en AFSPAAIEN, (spaaide af, heeft afgespaaid), met de spade afsteken; tabaksland af spaden, voor de verbouw van een ander gewas geschikt maken door met de spade de door ophoging gevormde akkertjes af te graven zodat de grond effen wordt.

< >