Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Afschilferen

betekenis & definitie

(schilferde af, heeft en is afgeschilferd),

1. in schilfers loslaten en afvallen of uiteenvallen : de witkalk begint van die muur af te schilferen ; zijn huid schilfert af; schelvis moet gemakkelijk af schilferen ; — inz. daardoor in beschadigde toestand komen : die muur heeft al lang afgeschilferd en zal opnieuw gepleisterd moeten worden ; dat paarlemoeren doosje is overal afgeschilferd ;
2. in schilfers wegnemen, resp. ontdoen van : de jongen zat met zijn mes de verf van de deur af te schilferen ; een muur, een ei afschilferen, van de buitenste delen ontdoen door die in schilfers er af te scheiden.

< >