Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Afrijzelen

betekenis & definitie

(rijzelde af, heeft en is afgerijzeld), (gewest., inz. Zuidn.)

1. allengs en bij gedeelten losgaan en afvallen, neervallen : er is uit die schoven vrij wat graan afgerijzeld ;
2. de kalk begint van de muur af te vijzelen, af te bladderen ; ook die muur begint hier af te vijzelen.

< >