(reeg af, heeft afgeregen),
1. (kledingstukken), losrijgen en van het lijf doen ;
2. (allerlei voorwerpen die aan een draad, koord, snoer, spijl enz. geregen zijn) daarvan afnemen, afdoen;
3 tabaksbladen afrijgen, ze van de spillen afdoen, nadat ze behoorlijk gedroogd zijn.