(merkte af, heeft afgemerkt),
1. (veroud. en gew.) oplettend afzien, met opmerkzaamheid te weten komen: bijtijds heb ik dat af gemerkt;
2. (grenzen) duidelijk aanwijzen, afbakenen;
3. (naaisterst.) het merken of letteren van linnengoed afmaken, afletteren r ge moet eerst die hemden maar afmerken ; hoeveel zakdoeken hebt ge al af gemerkt! — gedaan maken met merken.