Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Afgevaardigde

betekenis & definitie

m. en v. (-n),

1. iem. die door een vereniging of een machthebbend persoon met een bepaalde opdracht is afgezonden;
2. lid ener vertegenwoordigende vergadering; volksvertegenwoordiger, inz. lid der Staten-Generaal: Huis der Afgevaardigden, parlement; de geachte afgevaardigde, gebruikelijke aanduiding in de Tweede Kamer.

< >