Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Afgescheidene

betekenis & definitie

m. en v. (-n), (in ’t alg.) iem. die zich van anderen heeft afgescheiden; — (in 't bijz.) lid van het kerkgenootschap dat de naam draagt van Christelijk-Gereformeerde Kerk, vroeger Afgescheiden Christelijk-Gereformeerde Gemeente; de Christelijk Gereformeerden zfin grotendeels overgegaan naar de Gereformeerde Kerk (A).

< >