Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Affaire

betekenis & definitie

(Fr.), v. (-s),

1. zaak, aangelegenheid, historie ; affaire d’amour, liefdeshistorie ; — affaire d-honneur, zaak waarin iemands eer betrokken is, vand. : duel, tweegevecht;
2. rechtszaak;
3. (Zuidn.) gij hebt er geen affaire(s) mede, die zaak gaat u niet aan;
4. winkelzaak, handelszaak: de affaire verkopen, aan kant doen; een affaire beginnen; een beklante affaire in kruidenierswaren;
5. (Zuidn.) wat ’n affaire, wat ’n herrie.

< >