Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Afeten

betekenis & definitie

(at af, heeft afgegeten),

1. een gedeelte van iets opeten : een stuk van iets afeten ;
2. etende van het eetbare ontdoen : een been afeten, het vlees er van op eten ;

de rupsen hebben die bomen afgegeten, al de bladeren er van opgegeten;

3. gedaan maken met eten;
4. voor 't laatst gedurende de dag eten.

< >