(<Hd.), bn. en bw.,
1. tot de waarneming, beoordeling en waardering van het schone in betrekking staande : aesthetische aandoeningen; aesthetisch gevoel, gevoel voor het schone;
2. gevoelig voor het schone: een aesthetische natuur;
3. smaakvol, schoon, in overeenstemming met de schoonheidsleer, kunstzinnig.