(adresseerde, heeft geadresseerd), (<Fr.),
1. aan iem. of zijn woning richten: iets aan iem. adresseren, er zijn adres op schrijven of bijvoegen;
2.het adres schrijven op : een brief vergeten te adresseren;
3. zich aan iem. adresseren, zich tot hem wenden, schriftelijk, in persoon, of door tussenkomst van een derde;
4. een adres in de bet. 4. bij autoriteiten inzenden.