Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Administratie

betekenis & definitie

(<Fr.), v. (-s, ...tiën),

1. bestuur, beheer van openbare of particuliere zaken, inz. voorzover dit technische aangelegenheden betreft (al wat in akten, stukken, formulieren enz. wordt neergelegd, ook correspondentie); ook het werk daarvoor: de administratie eist veel tijd; — raad van administratie (van maatschappijen, nijverheidsondernemingen enz.), raad van beheer;

de administratie ener courant, het beheer, (ook) de personen daarmee belast, in tegenstelling met de redactie;

officier van administratie, officier belast met het administratief beheer op een marinevaartuig; — officier der militaire administratie, officier belast met het administratief beheer van een legeronderdeel;

2. personen met het genoemde werk belast;
3. gebouw of lokaal waar administratie gevoerd wordt;
4. afdeling van een koloniale onderneming onder een administrateur;
5. al de schriftstukken die tot enig beheer behoren.

< >